Een jaar na de Digisprong is de tijd rijp voor een eerste balans. Die is positief maar Vlaanderen moet het moment aangrijpen om digitaal onderwijs te verduurzamen. Dat is de conclusie van een panel deskundigen tijdens het event Digital School Today eind oktober. Om meer digitaal les te geven is volgens de experts een individueel uitgestippeld plan per school nodig, meer content voor leerkrachten en algemeen een verdere professionalisering van de digitale aanpak.
Op Digital School Today was het gros van de deelnemers het eens dat de digitalisering van scholen ook na de Digisprong nog beter kan. Tijdens de coronapandemie is snel geld vrijgemaakt om digitaal leren te ondersteunen en toestellen voor elk kind aan te kopen. Om er een waterdicht succes van te maken is er ook een algemeen digitaal leerplan nodig, en dat ontbreekt nog te vaak in de Vlaamse scholen. Het blijkt één van de grootste frustraties te zijn bij zowel leerkrachten, leerlingen als ouders.
Ook Vickie Dekocker, senior expert onderwijs en arbeidsmarkt bij Agoria deelt die mening en ziet er één van de speerpunten voor de toekomst in. “Voor mij is het belangrijk dat er de komende jaren werk wordt gemaakt van een degelijk digitaal plan op maat van de scholen”, zegt Dekocker. “Iedere school moet een analyse maken van haar noden en prioriteiten, en een traject uitstippelen dat bij de instelling past.”
De pedagogische ICT-coördinator van Don Bosco Zwijnaarde, Pieter Schepens, sluit zich daarbij aan: “De overheid zal hierin ook haar rol moeten spelen. Op dit moment zijn er wel plannen voor zorg- of ICT-coördinatoren, maar er worden geen extra middelen of budget voor dat middenkader vrijgemaakt. Zo zouden extra uren voor ICT coördinatoren welkom zijn om andere leerkrachten op de school bijles te geven als dat nodig is. Als die middelen en het budget er komen, kunnen scholen ook starten en een doelgericht plan uitwerken om hun digitale aanpak verder te professionaliseren.”
Ook lerarenopleiding moet digitaler
Een andere manier om die professionalisering door te voeren, is onderaan te beginnen bij de lerarenopleiding. Die is nu nog veel te weinig gericht op een digitale toekomst. “Als we onze aspirant-leerkrachten aanleren hoe ze technologie kunnen gebruiken in het lessenpakket, zal het onderwijs automatisch digitaliseren.” – Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts
Leerkracht van het jaar Hanne Rosius wil dat enigszins nuanceren: “Je moet in de lerarenopleiding niet enkel focussen op digitale lessen of studenten in een bepaalde richting duwen voor de invulling van hun toekomstige lesuren. De kwaliteit daarvan primeert, digitaal of niet. Ik wil in de toekomst graag goede lessen met technologie zien, maar evengoed lessen waar nog een ouderwets boek wordt gebruikt. We moeten streven naar een goed evenwicht, en technologie gebruiken als het ook effectief een meerwaarde kan bieden.”
Meer content uit het bedrijfsleven
Ten slotte ontbreekt het nog aan content om optimaal met lestechnologie aan de slag te gaan. Daar zouden bedrijven volgens de experts een handje kunnen toesteken. Tijdens corona hebben zij volop ingezet op de digitalisering van hun werkvloer. Zo kwamen er bijvoorbeeld VR instructievideo’s voor nieuwe medewerkers die niet meer in groep konden afspreken.
“We moeten onze hand durven uitsteken naar het bedrijfsleven. Zij hebben de afgelopen jaren enorm veel content geproduceerd die nuttig kan zijn tijdens het lesgeven. Waarom zou je die niet gebruiken? Zeker in de praktijkrichtingen hebben deze video’s een enorm potentieel”, aldus Dekocker.
Thomas Aelbrecht, Pedagogisch ICT coördinator bij GO! Scholengroep Het Leercollectief, vindt dat het onderwijs sowieso meer de brug moet leggen naar de privésector en de vinger aan de pols houden van de noden in het bedrijfsleven. Dat houdt ook in dat leerkrachten tijdens hun loopbaan continu blijven bijleren. “Je mag van een leerkracht ook niet verwachten dat ze al alles weten. Laat staan dat we les blijven geven zoals vroeger. Als we onderwijs willen innoveren, moeten we evolueren van ‘know-it-all’ naar ‘learn-it-all’ leerkrachten. Het is belangrijk dat ook het beleid daar snel werk van maakt.”
Leerplatform met instructievideo’s maar ook de mix van online en offline
Voor de experts is het duidelijk dat de eerste stappen voor een meer digitaal onderwijs zijn gezet. Nu moeten we meer planmatig te werk gaan en inzetten op individuele begeleiding. Voor die begeleiding kan een onderwijsplatform met instructievideo’s voor leerkrachten alvast een stap in de goede richting zijn – mede vanuit de logica “Practise what you preach”. Zo kunnen leerkrachten op eigen tempo digitale competenties aanscherpen en leren digitaal lesgeven. Op die manier kunnen ze laagdrempelig basiscontent vinden. Professionele (leer)tijd voor leerkrachten is daarbij ook noodzakelijk. Daarnaast toch ook het pleidooi voor het gezonde samengaan van online en offline vorming. Live vragen kunnen stellen, blijft belangrijk.
De rol van directies in die transitie is niet te onderschatten, van het digitale leerplan tot de vertaling ervan in de klas en de opvolging van resultaten. Ook daar is evenwel vaak begeleiding nodig.
Ben je geïnteresseerd in de ervaringen van het panel met de Digisprong, dan kan je hier het hele debat herbekijken.