Dirk Van Damme, OESO: “Pak digitalisering onderwijs doordacht aan”

Interview / 26 apr.
Dirk Van Damme, OESO: “Pak digitalisering onderwijs doordacht aan”
Het is geen publiek geheim dat we in internationale vergelijkingen niet uitblinken op het vlak van digitale transformatie. Ook op het vlak van de digitalisering van ons onderwijs zijn we lang niet de beste leerling van de klas. In Vlaanderen wil men nu sterk inzetten op die digitalisering. Onderwijstopman van de OESO waarschuwt wel voor mogelijke valkuilen. “Het vraagt veel opleiding, een mentaliteitswijziging en vooral inhoudelijk denkwerk over een redesign van leerprocessen en -materialen, liefst van de leraren zelf.” Op 4 mei is Dirk Van Damme gastspreker op het online event ‘Digital School today‘.
Auteur: Sandy Panis – VOKA
Hoe doen we het in Vlaanderen op het vlak van digitaal onderwijs?

“We hebben veel te lang gewacht om de digitale transformatie van ons onderwijs voor te bereiden. Terwijl andere landen in precorona tijd al volop bezig waren met digitale strategieën in hun onderwijs te integreren, gebeurde dat bij ons eerder schoorvoetend. Toen de pandemiecrisis losbarstte, waren we totaal onvoorbereid waardoor de switch naar het afstandsonderwijs chaotisch verliep. In heel wat statistieken scoren we dan ook een pak minder dan het OESO-gemiddelde: op vlak van devices per leerling, de digitale skills van leerlingen, de mate waarin leraren ICT inzetten voor hun eigen professionele ontwikkeling, …”

Door de pandemie zijn we wel in een digitale versnelling terecht gekomen, ook op het vlak van onderwijs…

“De gezondheidscrisis heeft ons ook kansen opgeleverd. Zo staan heel wat leraren veel meer open voor digitaal onderwijs dan voorheen. Het onderwijs is bezig met een ‘steep learning curve’ op dat vlak en we moeten er echt alles aan doen om die digitale stroomversnelling structureel te verankeren. Maar toch, internationaal vergeleken blijven we steken op een amateuristisch en bescheiden niveau, waarbij we nog te veel gewoon het contactonderwijs gekopieerd hebben naar een digitale omgeving. Je moet goed voor ogen houden dat de overstap naar digitalisering van het onderwijs een serieuze inspanning vraagt. Het is niet zomaar het transplanteren van leerstof naar een ander medium. Je moet daarbij heel je leerproces herdenken. Wetenschappers en instellingen die al langer nadenken over de inzet van digitale instrumenten in onderwijs, kunnen de weg tonen. Ze werken met ver gevorderde interactieve leeromgevingen, met learning analytics en AI monitoren ze voortdurend hoe de leerling door de leerstof gaat en ze sturen de lessen bij op het niveau van de lerende.”

“Digitalisering van het onderwijs is niet zomaar het transplanteren van leerstof naar een ander medium. Je moet daarbij heel je leerproces herdenken.”

Ben Weyts wil met de ‘Digisprong’ 375 miljoen euro investeren in de digitalisering van het onderwijs. Een kans om onze achterstand in te halen?
“Ik vind wat er gebeurt met de digisprong een interessante evolutie. Maar ook dat moeten we bedachtzaam aanpakken. We mogen niet in de valkuil trappen zoals vele andere landen al deden: met allerlei ‘one laptop per child’-programma’s werd er enorm veel geld gepompt in infrastructuur. Maar wanneer je dan achteraf ging kijken wat het resultaat was, dan bleek dat in heel wat scholen de computers nog in dozen staken. Dus ja, je mag investeren in infrastructuur en connectiviteit, maar je moet vooral zorgen dat er op het veld voldoende capaciteit aanwezig is om de digitale transformatie te absorberen. Dat is niet enkel een kwestie van geld. Het vraagt veel opleiding, een mentaliteitswijziging en vooral veel inhoudelijk denkwerk over een redesign van leerprocessen en -materialen, liefst van de leraren zelf. Doe je dat niet, dan riskeer je uiteindelijk te eindigen met slechtere leerresultaten dan mocht je de investeringen niet gedaan hebben. OESO-onderzoek toont aan dat landen die zwaar investeerden in de digitale infrastructuur van hun scholen zonder de leerprocessen te herdenken, slechter scoorden in internationale vergelijkingen zoals PISA.”

Zijn er nog andere valkuilen?
“We beschikken in Vlaanderen niet echt over goede platforms om tot een echte digitale transformatie te komen. Smartschool bijvoorbeeld, oorspronkelijk een interessant initiatief van geëngageerde leraren, beschikt niet over de expertise, capaciteit en schaalgrootte om die digitale sprong te maken. Daarvoor heb je partnerships nodig met grote bedrijven zoals Microsoft of Apple. In Nederland staat men daarin al een pak verder. ‘Surf’ bijvoorbeeld is een samenwerkingsverband van allerlei onderwijs- en onderzoeksinstellingen die ervoor willen zorgen dat scholen en de onderzoeksgemeenschap over de beste en nieuwst ICT-voorzieningen kunnen beschikken. Op hun website vind je voor elke aspect van de digitalisering een lijst van bedrijven die daarvoor het best geschikt zijn. Bij ons rust er vaak nog een taboe op samenwerkingsverbanden tussen onderwijs en bedrijfsleven. Er leeft sterk de idee dat onderwijs puur een publiek goed is en dat bedrijven daarbij niet te veel bedeeld moeten worden. Nochtans zien we dat heel wat andere landen die ook sterk gehecht zijn aan de publieke functie van hun onderwijs, wél sterk samenwerken met de kwalitatieve marktleiders op het vlak van ICT. Wij missen daardoor kansen.”

“Een andere valkuil zijn de digitale skills van de leerlingen. Men gaat er vaak verkeerdelijk van uit dat ze allemaal digital natives zijn en met alle mogelijk digitale tools kunnen werken. Maar dat klopt niet. Hun digitale skills zijn vrij laag zelfs, buiten dan de vaardigheden om te kunnen gamen, sociale media te gebruiken en websites te bekijken. Als je echt naar een efficiënte digitale leeromgeving wil gaan, dan heb je een hoger niveau nodig, ook bij de leraren.”

Tot slot nog een vraag over de leerachterstand die vele leerlingen hebben opgelopen door het gedwongen afstandsonderwijs. Hoe kunnen we dat remediëren?
“Het afstandsonderwijs was voor niemand ideaal, maar het was vooral problematisch voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Niet enkel omdat ze niet over de nodige infrastructuur beschikten – dat vormde slechts de oppervlakte van het probleem – maar vooral omdat hun thuissituatie woog op het leerproces.”

“Persoonlijk vind ik dat we extra middelen voor onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis prioritair moeten inzetten om de leerachterstand en -vertraging van onze jongeren snel aan te pakken. Dus de tijd die ons nog rest voor de zomervakantie moeten we zo efficiënt mogelijk invullen. In dat verband pleit ik – naar analogie van een rapport opgesteld door Harvard – voor de ‘Marie Kondo’-aanpak, de wereldbekende Japanse auteur gekend voor haar huishoud- en opruimtips. Het rapport van Harvard stelt dat je in een crisissituatie heel kritisch door het ganse leercurriculum moet gaan. Je moet de elementen selecteren die essentieel zijn voor het latere leerproces en je daar op concentreren. Ik pleit hiermee niet om bepaalde vakken te laten vallen, maar wel om deze oefening te maken binnen de vakken zelf. Tijdens de zomer moeten we zomerklassen inrichten, en vooral, in september moeten er meer leraren in de klassen komen om te remediëren.”

Lees meer en debatteer mee op www.voka.be/slimonderwijs.

Op 4 mei is Dirk Van Damme gastspreker op ons online event ‘Digital School Today’

Meer info en inschrijven

contacteer een onderwijs expert